Beleid opbrengst en dekking
Het beleid ten aanzien van de opbrengsten en de tarieven van de in deze paragraaf genoemde belastingen en retributies voor het jaar 2022 is als volgt bepaald:
- onroerende zaakbelastingen: inflatie 1,6% koppeling met het landelijk inflatiecijfer voor de loon-/prijsontwikkeling (CPI) volgens het Centraal Planbureau (CPB);
- roerende belasting op woon- en bedrijfsruimten: inflatie 1,6%;
- rioolheffing: 100% kostendekking;
- afvalstoffenheffing: 100% kostendekking;
- begrafenisrechten: 100% kostendekking;
- leges: inflatie 1,6%, 100% kostendekking;
- precariobelasting (terrassen e.d.): inflatie 1,6%;
- parkeerbelasting: inflatie 1,6% inflatie en verdeling in seizoenen;
- toeristenbelasting: inflatie 1,6%.
Inflatiecorrectie
Voor de heffingen en belastingen geldt een koppeling met het landelijk inflatiecijfer voor de loon- en prijsontwikkeling van het Centraal Planbureau. Dit beleid betekent dat de onroerende zaakbelastingen, de roerende zaakbelastingen, de precariobelasting, de leges en de parkeer- en de toeristenbelasting 2022 ten opzichte van de tarieven 2021 minimaal trendmatig zijn verhoogd met 1,6%.
OZB
Er wordt gestuurd op realisatie van de te behalen inkomsten rekening houdende met de 1,6% prijsinflatie volgens de kadernota en de areaaluitbreiding als gevolg van nieuwbouw.
De grondslag voor het heffen van onroerende zaakbelastingen in 2022 is de waarde van de woningen en niet-woningen per 1-1-2021 volgens de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Op basis van de bestandsgegevens is een prognose gemaakt van de belastingcapaciteit woningen en niet-woningen 2022. In de berekeningen voor 2022 is uitgegaan van een geraamde waardevermeerdering tussen 1-1-2020 en 1-1-2021 van 11% voor woningen en -0,5% voor niet-woningen. Daarnaast is voor 0,2% waardevermindering ingeboekt als gevolg van bezwaar en beroep voor woningen en 1% voor niet-woningen. Tevens is voor het niet gebruiken van niet-woningen een correctie van 10% doorgevoerd evenals een correctie voor facultatieve vrijstellingen van ruim € 10,5 miljoen.
Rioolheffing
Voor de rioolheffing worden tarieven gehanteerd die hoogstens kostendekkend zijn. De geraamde baten mogen de geraamde lasten niet overschrijden. Hiertoe is een overzicht van baten en lasten opgenomen inclusief een toelichting van de beleidsuitgangspunten. De kosten worden voor 40% bij de eigenaar en voor 60% bij de gebruiker verhaald. Het eigenarentarief voor de rioolheffing is gebaseerd op de WOZ waarde. Het gebruikerstarief is gebaseerd op het waterverbruik. Op 16 december 2021 is het programma Water voor de planperiode 2022-2026 vastgesteld. Uit het Waterplan is gebleken dat er geen sprake is van 100% kostendekkendheid. Dit is reden geweest om voor de komende begrotingsjaren naast de correctie voor inflatie een extra verhoging van 1,8% door te voeren.
Afvalstoffenheffing
Voor de afvalstoffenheffing geldt het beleid van volledige kostendekking. Evenals bij de rioolheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet mogen overschrijden. Voor het inzicht wordt verwezen naar het overzicht van baten en lasten en de bijbehorende toelichting op de beleidsuitgangspunten. De gemeente Bloemendaal heeft met Meerlanden een dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor de huishoudelijke afvalinzameling.
Grafrechten
Ook voor de grafrechten geldt het beleid van volledige kostendekking.
Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor zogeheten reclame-uitingen (waaronder bijvoorbeeld vlaggen) en uithangborden aan de gevel, tankstations, tijdelijke opslag van goederen, ligplaatsen en het gebruik van gemeentegrond voor het commercieel uitbaten van een terras.
Parkeerbelasting
De tarieven van de parkeerbelastingen liften jaarlijks mee met de inflatie-aanpassingen. De parkeertarieven voor het strand zijn ten opzichte van het belastingjaar 2021, conform de vastgestelde uitgangspunten van de kadernota, met 1,6% inflatie gestegen.
Indien geen, of te weinig, parkeerbelasting is voldaan, kan de gemeente een naheffingsaanslag opleggen, vermeerderd met kosten. Deze kostenopslag moet door de gemeente worden onderbouwd. De gemeente moet kunnen laten zien dat de kosten per naheffingsaanslag (op ramingsbasis) gelijk of hoger liggen dan dit bedrag. Het maximumbedrag dat voor de kostenopslag in rekening kan worden gebracht bedraagt voor het belastingjaar 2022 € 66,50. Dit bedrag groeit jaarlijks mee met het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie.
Toeristenbelasting
De tarieven van de toeristenbelastingen liften jaarlijks mee met de inflatie-aanpassingen.
Kwijtscheldingsbeleid
De gemeente voert een kwijtscheldingsbeleid conform de Invorderingswet 1990.
Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen, wordt voor 100% kwijtschelding verleend indien uit een vermogenstoets en een inkomenstoets blijkt dat het inkomen gelijk is aan of minder dan het wettelijk minimuminkomen (bijstandsnorm).
Kwijtschelding wordt alleen verleend indien het een aanslag betreft voor onroerende zaakbelastingen, roerende zaakbelastingen, afvalstoffenheffing (alleen voor de eerste afvalcontainer, niet voor extra containers) en rioolheffing voor het gebruikersgedeelte. De overige heffingen zijn in de betreffende belastingverordeningen uitgesloten van kwijtschelding.
Het bedrag aan kwijtscheldingen bedroeg :
Kwijtschelding | Rekening 2021 | Begroting 2022 | Rekening 2022 |
---|---|---|---|
Afvalstoffenheffing | € 88.584 | € 80.000 | € 86.267 |
Rioolheffing | € 42.949 | € 40.000 | € 39.506 |
RZB | 0 | 0 | € 67 |
Totaal | € 131.533 | € 120.000 | € 125.840 |